Ik had een diep en wonderlijk mooi en intens gesprek met een jongen van 10 jaar. Ik keek in de ogen van een wijze ziel. Samen bespraken we de wereld, de natuur en het universum en ging het over vertrouwen, vriendschap, verdriet en frustratie.
Ik legde hem het verhaal uit van de driehoek op de kop. Vaak teken ik de driehoeken dan ter verduidelijking. Zo ook nu…
Wanneer een driehoek op de kop staat en balanceert op één van de drie hoeken, dan val je om bij tegenwind/tegenslag. De driehoek op de kop staat symbool voor de mensen die veel in hun hoofd ‘wonen’; het zwaartepunt zit bovenin. Maar… wanneer je als driehoek stevig op de twee andere hoeken rust, dan krijgt tegenwind/tegenslag jou niet om, je blijft staan! (Hier leg ik uit dat de driehoek symbool staat voor meer in je lichaam ‘wonen’. Lichaamsbewustzijn dus).
Ik kijk op van mijn tekeningen en zie dat de jongen niet heel erg onder de indruk is van mijn uitleg. Ik hóór deze intelligente ‘hoofdbewoner’ bijna denken. En als hij me aankijkt zegt hij:
“Maar Gerdien… als de driehoek op de kop omvalt… dan BEN ik toch de driehoek die op beide hoeken rust? Dat betekent dus dat ik tegenslag in mijn leven nodig heb om me sterk en stevig te kunnen voelen.”
Briljant!!! Ik was verbaasd, voelde een lach bij me opkomen en zag ook op zijn gezicht een lach, en een high-five volgde.